Grenzen stellen én behulpzaam zijn. Hoe dan?
Hoe vind je in je werk een goede balans tussen behulpzaam zijn en kun je tegelijkertijd ook je eigen grenzen in het oog houden? Soms is er te veel grens, soms is er te veel behulpzaamheid. Het vinden van een gulden middenweg is geen eenvoudige opgave. Het is een polariteit die in onze westerse manier van werken steeds weer om de hoek komt kijken. Het onderliggende thema is samen vs. alleen en ook verbinding vs. vrijheid. Zeker klanten in dienstverlenende beroepen – waarin er druk tot presteren is en ook de snelheid van werken hoog is – zoeken naar balans. ‘Hoe doe ik recht aan de ander en mezelf?’
Laatst werkte ik met een klant aan dit thema. Met zijn toestemming mocht ik de volgende samenvatting van de sessie, in dit geval met een paard in de bak, publiceren. Hij wil weten waarom hij zo hoog komt te zitten in zijn energie en ademhaling als hij met mensen samenwerkt. Met die vraag stapt hij de bak van het paard in.
Al vrij snel tilt Lancelot een achterbeen op. Dat doet hij wel vaker als hij hulp wil om de viezigheid die daar zit weg te halen. Lancelot blijft de beweging herhalen en blijft om hulp vragen. En de klant? Die doet zijn best om tot hulp te zijn. Hij stapt meteen in, zonder tussenruimte.
Wanneer we erbij stil staan, herkent hij het meteen. Zo doet hij dat ook op zijn werk. Als iemand iets nodig heeft of lijkt te hebben, dan springt hij meteen in. En zo verliest hij het contact met zichzelf en komt hij steeds hoger te zitten in zijn lijf.
We oefenen met contact houden met eigen behoeftes terwijl mijn klant ook contact maakt met een ander. In dit geval het paard. Het is zoeken en ineens is het er. Lancelot en hij hebben vol contact en wandelen samen en ook ieder op eigen plek door de bak. Heel even en het is ook weer weg. Maar dat is niet erg. Het begin is er.